Industrieel papier is een wereld apart. Raak niet verdwaald in ons vakjargon: ontdek hier alle relevante begrippen en hun meest courante synoniemen.
Gratis offerte
Heeft u een vraag over onze producten of diensten?
Bel ons meteen: 055 21 09 90.
Vaktermen
Cellulose
De voornaamste grondstof voor papier, gewonnen uit de celwanden en houtige gedeelten van planten.
Coating
Een op papier aangebrachte afwerklaag, voor een glanzend, gesloten of mat resultaat. ‘MC’ of ‘Maco’ staat voor Machine Coated papier.
Gesatineerd papier
Bij het satineren van papier worden de papiervezels platgewalst en wordt er een strijklaag aangebracht. Zo wordt het papier soepeler en gladder.
Gestreken of 'gecoat' papier
Bij coaten of strijken wordt een afwerklaag op het papier ‘gestreken’. Het papier wordt hierdoor egaler en gladder, maar ook minder doorschijnend. Dit wordt ook lamineren genoemd.
Gevergeerd papier
Papier met een structuur waarbij om de paar millimeters een dunne lijn op het papier loopt. Dit patroon wordt bij de papierfabricatie vervaardigd en zorgt voor een papier met extra cachet.
Gramgewicht
Eenheid waarin het gewicht van papier uitgedrukt wordt. Het aantal gram per vierkante meter papier (g/m2).
Houthoudend papier
Papier dat minstens 10% houtslijp bevat, denk bijvoorbeeld aan krantenpapier. Houthoudend papier is minder duurzaam dan houtvrij papier, dat bestaat uit cellulose.
Houtvrij papier
Houtvrij papier wordt gemaakt van chemische pulp, bestaande uit zachthout of hardhout. Dit is voornamelijk een commerciële term om onderscheidt te maken tussen de soorten papier.
Kraftpapier
Sterk inpakpapier vervaardigd uit gebleekte of ongebleekte sulfaatcellulose. Beschikbaar in witte of bruine versie.
Looprichting
De richting waarin de houtvezels in een vel papier liggen, langlopend of breedlopend. Dit is belangrijk om de richting te bepalen waarin het papier door de drukpers of vouwmachine gevoerd wordt.
Opdikking
De opdikking van papier geeft de verhouding aan tussen de papierdikte en het gramgewicht. Deze wordt uitgedrukt in cm3/g (de dikte gedeeld door het gramgewicht).
Slitten of ritsen
Het half stansen van papier of karton. Bij slitten of ‘laser kiss cutten’ wordt de de toplaag van een materiaal gelaserd, zonder het achterliggend materiaal te stansen. Zo kan het papier of karton makkelijker gevouwen worden.
Stansen of kappen
Met een scherpe, speciale mesvorm onregelmatige vormen of gaten in papier aanbrengen.
Synthetisch papier
Papier gemaakt van kunststofvezels, goed bestand tegen vouwen en scheuren. Vaak worden er ook celstofvezels toegevoegd aan het papier.
TCF
Volledig chloorvrij papier: papier gebleekt zonder chloorgas en/of chloordioxide tijdens fabricageproces.